Gisteren de radijsjes geprobeerd, en zo als mijn dochter zei het zijn net augurken. Eindelijk een manier gevonden om ze te "kunnen" eten. Ik zou ze wel in kleinere stukjes snijden voor het opdienen. Want ik vond ze persoonlijk "wat groot".
12 grote radijsjes of 20 kleintjes
200 milliliter inmaakazijn
150 gram suiker
1,5 theelepel zout
1 theelepel komijn
1 theelepel mosterdzaad of poeder
0,5 theelepel jeneverbessen
verse koriander (2 theelepels)
Maak de radijsjes schoon en snijd ze doormidden of in vier. (Zorg ervoor dat u zoveel mogelijk radijsjes in de weckpot kunt krijgen). Neem de weckpot en vul deze, zo goed mogelijk, met de radijsjes.
Verwarm alle andere ingrediënten in een pan totdat het geheel kookt en de suiker volledig opgelost is.
Giet het azijnmengsel daarna, bovenop de radijsjes, in de weckpot. (Heeft u niet voldoende azijnmengsel voeg dan nog wat azijn toe).
Zorg ervoor dat de radijsjes volledig onderstaan en sluit de weckpot.
Laat de radijsjes afkoelen en zet de weckpot weg. Als u de radijsjes wil eten zet u de dag ervoor de weckpot in de koelkast.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten